Stand van zaken ARTS IN NOOD na 12 maanden
25 oktober 2017.
Op 25 oktober 2016 is ARTS IN NOOD nationaal gelanceerd. Tijd voor een tussentijdse stand van zaken dus.
ARTS IN NOOD is een initiatief van de nationale raad van de Orde der artsen en richt zich tot artsen (ook artsen in opleiding en studenten in hun stagejaren) die worden geconfronteerd met psychische problemen. Enerzijds is ARTS IN NOOD een hulpplatform dat artsen met psychische problemen in alle vertrouwelijkheid ondersteunt en begeleidt naar professionele hulp. Anderzijds wil het ook een kenniscentrum zijn en sensibiliserend en preventief werken samen met alle belanghebbenden op dit terrein.
Op 12 maanden tijd zijn er 70 oproepen geweest bij ARTS IN NOOD, hetzij telefonisch, hetzij via e-mail of via het formulier op de website www.artsinnood.be. Dit blijft een klein aantal als we ervan uitgaan dat gemiddeld 1 op 10 artsen op dit moment geconfronteerd is met psychische problemen, wat voor de actieve artsenpopulatie neerkomt op een 4000-tal artsen. Redenen voor dit kleine aantal oproepen zijn ongetwijfeld het feit dat ARTS IN NOOD nog bij vele artsen onvoldoende gekend is, maar ook en vooral dat zelfs de artsen die ons contacteerden aangaven dat het niet evident was om hun psychische problemen te (h)erkennen en ermee naar buiten te komen, ondanks de garantie van discretie en vertrouwen. Er is dus nog een hele weg van sensibilisering af te leggen om het taboe rond de arts met psychische problemen te doorbreken.
Wat vertellen de statistieken?
Wie neemt contact op?
50% van de oproepen is gedaan door huisartsen (waarvan 70% met een solopraktijk), gevolgd door 27% specialisten en 18% artsen in opleiding. 57% zijn vrouwen, 58% zijn Nederlandstalig. De verdeling over de provincies komt in grote mate overeen met het aantal artsen per provincie. De grootste groep aanmelders bevindt zich in de leeftijdscategorie van 41 tot 50 jaar, gevolgd door de leeftijdscategorie tot 30 jaar. In 76% van de gevallen is het de arts zelf die belt, in 16% de familie en in 8% een collega-arts. Indien het niet de arts zelf is die ARTS IN NOOD contacteert overlegt de projectcoördinator samen met de aanmelder hoe en door wie de arts in kwestie kan worden gemotiveerd om zelf contact op te nemen met zijn of haar hulpvraag. Enkel dan kan een eventuele begeleiding door ARTS IN NOOD worden opgestart.
Wat zijn de problemen waarvoor men ARTS IN NOOD contacteert?
Deze zijn zeer uiteenlopend, van psychische problemen over financiële problemen tot relatieproblemen en conflicten op het werk. 33% heeft te maken met burn-out en de te hoge werkbelasting, 9% met relatieproblemen en 9% met conflicten tussen collega’s 25% gaat om andere psychische problemen dan burn-out, zoals verslaving, 2nd victim, depressie en suïcide.
Hoe gaat ARTS IN NOOD te werk?
In eerste instantie overlegt de projectcoördinator, bij wie de meldingen binnenkomen, samen met de aanmelder welke eventuele directe concrete oplossingen er kunnen geboden worden. Gaat het om psychische problemen, dan kan de projectcoördinator beroep doen op één van de 55 vertrouwensartsen die zich in België bij ARTS IN NOOD hebben geëngageerd. Het is dan de vertrouwensarts die een afspraak maakt met de hulpbehoevende collega en hem/haar ondersteunt en verder begeleidt naar professionele hulp uit het reguliere circuit, zoals psychologen, psychotherapeuten of psychiaters. Het zijn deze laatste die de uiteindelijke behandeling van de arts voor hun rekening nemen. De behandeling zelf valt dus niet onder de opdracht van ARTS IN NOOD.
In 39% van de aanmeldingen is er na de eerste contactname met ARTS IN NOOD geen verdere opvolging nodig en kan de projectcoördinator telefonisch een gepaste oplossing of een gerichte doorverwijzing bieden (bv. naar een relatietherapeut, een fiscalist, een bemiddelaar, …). Bij 1 op de 3 aanmeldingen wordt een vertrouwensarts ingeschakeld en in 12% van de gevallen volstaat een bijkomende afspraak met de projectcoördinator.
Met welke structurele problemen wordt ARTS IN NOOD geconfronteerd?
Hieronder vindt u de voornaamste terugkerende problemen waarmee ARTS IN NOOD wordt geconfronteerd bij een aanmelding door een hulpbehoevende arts en waarop het alleen geen afdoende oplossing kan bieden?
- Gebrek aan artsen in bepaalde regio’s of specialismen. Dit leidt tot overbelasting bij de betrokken artsen, waarvoor niet direct een oplossing kan worden geboden. Gevolg: de aangemelde arts ziet geen andere oplossing dan door te werken tot hij/zij er letterlijk bij valt. Dit verergert de al nijpende situatie bij de overige collega’s nog. Nieuwe collega’s aantrekken in zo’n precaire werksituatie is zeer moeilijk.
- Hiermee samenhangend: het ontbreken van (een pool van) vervangartsen die het werk van een collega bij tijdelijke uitval door ziekte kunnen overnemen, wat maakt dat de bezorgdheid van de arts over de continuïteit van de zorg voor zijn patiënten als een belangrijke bijkomende psychische belasting wordt ervaren.
- Belangrijke financiële gevolgen bij (tijdelijke) uitval van een arts. Niet elke arts heeft een verzekering gewaarborgd inkomen met voldoende dekking voor psychische problemen. Indien dat gewaarborgd inkomen er toch is, dekt dat vaak onvoldoende de lopende uitgaven van de arts en zijn gezin.
- Conflicten binnen associaties omwille van verschillen in visie op de balans werk/privé. Vooral jongere artsen willen meer in hun leven dan enkel ‘arts zijn’.
- Veeleisendheid en ongeduld van steeds meer patiënten die op hun wenken wensen bediend te worden.
- Zware belasting bij artsen in opleiding/stagiairs, niet-weten bij wie ze hiermee terecht kunnen en angst om hun toekomst in diskrediet te brengen als ze zouden toegeven dat het hen te veel wordt. Gemelde redenen voor deze hoge fysieke en mentale belasting zijn o.a.: een groot aantal wachtdiensten zonder inhaalrust, gebrek aan empathie vanwege residentiële artsen, gebrek aan kennisoverdracht door te hoge werkdruk bij de opleiders, te grote verantwoordelijkheid doordat ze ingezet worden om het residentieel personeelstekort op te vangen.
ARTS IN NOOD wil in de nabije toekomst verdergaan met sensibilisering en preventie.
Loks en ziekenhuizen kunnen op ARTS IN NOOD beroep doen om uiteenzettingen te komen geven over het project, of over burn-out (preventie). Met de decanen van de faculteiten geneeskunde is afgesproken om een werkgroep op te richten die voorstellen zal doen om o.a. ‘zelfzorg’, ‘zelfkennis’ en ‘welzijn’ van studenten geneeskunde nog uitgebreider in de opleiding aan bod te laten komen.
Samen met andere organisaties van artsen wordt gekeken hoe de krachten kunnen gebundeld worden met eenzelfde doel: ‘het welzijn van de arts bevorderen en hem/haar zijn recht op zelfzorg teruggeven’. De eerste stappen zijn gezet, er is nog een lange weg te gaan. Gelukkig is vandaag de dag quasi iedereen overtuigd dat de weg moet worden gegaan.
Het artikel ‘Burnout amongst doctors’* in The Britisch Medical Journal van juli 2017 verwijst naar een recente meta-analyse waaruit duidelijk blijkt dat interventies om burn-out te voorkomen pas echt effectief zijn als men zowel op vlak van het individu als op het vlak van de beroepsorganisaties en de organisatie van de gezondheidzorg in zijn geheel corrigerende maatregelen treft. Zij stellen dat het welzijn van artsen een cruciale kwaliteitsindicator dient te zijn in alle gezondheidssystemen en niet mag ontbreken in de optimalisatie van de patiëntveiligheid en de zorg voor de patiënt. Ook hier wordt dus het belang van een geïntegreerde aanpak op alle niveaus nog eens onderstreept.
*BMJ 2017;358:j3360